Tijdens haar loopbaan heeft Glissenaar helaas vaker meegemaakt dat meerdere kinderen of alle kinderen van een gezin uit huis geplaatst moeten worden.
‘In zeer complexe gezinssituaties waarbij bijvoorbeeld de vader in de gevangenis zit en de moeder verslaafd is. Als het dan om veel kinderen gaat, kunnen die nog wel eens allemaal ergens anders terechtkomen.’
Het verwateren van contact met broertjes en zusjes kan zeker schadelijk kan zijn voor kinderen die uit huis geplaatst worden.
‘Ieder kind is het gewend om samen met zijn familie op te groeien. Je ziet je ouders al niet meer, dan wil je niet ook nog anderen uit je vertrouwde omgeving kwijtraken. Je broers en zussen hebben dezelfde situatie meegemaakt, waardoor je zowel de leuke als de minder leuke dingen kan delen. En elkaar beter begrijpt.’
Wat ze goed vindt aan het rapport van Bahlmann is dat er meerdere malen wordt aangegeven dat je pas kinderen uit huis moet plaatsen als het ‘echt echt echt niet anders kan. Het is een prikkel om te zeggen: kijk vooral naar wat er thuis nog wel mogelijk is. En zet dat ook in.’
‘Gemeenten zouden ook moeten kijken naar het financieel ondersteunen van familieleden die zonder extra hulpverlening deze kinderen kunnen opvoeden’
Lees het verdiepende interview met Ineke Glissenaar en Mariëlle Bahlman op Hart voor de Jeugd en praat verder over het samen plaatsen van broers en zussen op het forum.
Tekst: Ismay Gossen. Bron: Hartvoordejeugd.online